Bomcalorimeter in een laboratorium.

De calorie leugen: Waarom we misleid worden over voeding

Gepubliceerd op: 24-07-2025 om 21:20

Al decennia lang is de calorie de hoeksteen van ons begrip van voeding en gewichtsbeheersing. We worden overspoeld met informatie over het aantal calorieën in onze maaltijden, en de algemene consensus is dat minder calorieën leiden tot gewichtsverlies, terwijl meer calorieën leiden tot gewichtstoename.

De laboratoriameting van een calorie: Een onvolledig beeld

Laten we beginnen bij de oorsprong van de calorie als meeteenheid voor voedsel. Een calorie wordt in een laboratorium gemeten met behulp van een bomcalorimeter. Dit apparaat is ontworpen om de warmte te meten die vrijkomt wanneer een stof volledig wordt verbrand. Een voedingsmonster wordt in een afgesloten, zuurstofrijke kamer geplaatst en ontstoken. De temperatuurstijging van het omringende water wordt vervolgens gemeten, en zo wordt de energetische waarde uitgedrukt in calorieën.

Deze methode is, hoewel nauwkeurig voor het meten van warmte-energie, fundamenteel gebrekkig wanneer toegepast op menselijke consumptie. De bomcalorimeter simuleert een perfecte verbranding, iets wat in het menselijk lichaam, met zijn complexe spijsverteringsstelsel en metabolisme, simpelweg niet plaatsvindt. Het menselijk lichaam is geen efficiënte verbrandingsoven; het is een levend, dynamisch systeem dat voedingsstoffen verteert, absorbeert, metaboliseert en uitscheidt met variërende efficiëntie.

Het menselijk lichaam: Geen bomcalorimeter

De spijsvertering is een ingewikkeld proces dat enzymen, zuren en bacteriën omvat. Niet alle voedingsstoffen worden volledig afgebroken en opgenomen. De biobeschikbaarheid van voedingsstoffen, de aanwezigheid van vezels, de verwerking van voedsel (rauw versus gekookt), en zelfs de individuele microbiële samenstelling van de darmen spelen een cruciale rol in hoe voedsel wordt "verwerkt" door het lichaam.

Stel je voor dat je 10.000 kcal aan pure boter zou eten. Volgens de bomcalorimeter zou dit een enorme hoeveelheid energie moeten leveren. In de praktijk zou je lichaam echter een aanzienlijk deel hiervan niet opnemen. Boter bestaat voornamelijk uit vetten. Je lichaam heeft beperkte capaciteit voor vetabsorptie, en een groot deel van de vetten zou onverteerd worden uitgescheiden via de ontlasting. Dit is een direct bewijs dat de "energie" die wordt gemeten in een laboratorium niet overeenkomt met de "energie" die daadwerkelijk door het menselijk lichaam wordt benut.

Daarom kunnen we dus niet spreken van een eenvoudige 1-op-1 relatie tussen de energetische waarde van voedsel gemeten in een bomcalorimeter en de daadwerkelijk door het menselijk lichaam opgenomen energie. Het menselijk lichaam is geen afgesloten systeem dat alle calorieën blindelings absorbeert; het is een complex biologisch systeem met variabele efficiëntie in spijsvertering en absorptie. De energie die het lichaam uiteindelijk ter beschikking staat, is afhankelijk van talloze factoren die verder gaan dan de theoretische calorische waarde.

Conclusie

Stop met het gebruik van de term "calorie". Het is tijd om afscheid te nemen van de bomcalorimeter als onze voedingsgids en de complexe, dynamische aard van het menselijk lichaam te omarmen.